Forensisch congres Davos

Onderwerpen

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet…

Over het belang van communicatie en het spreken van dezelfde taal in het strafproces

drs. Lilian Kuipers, psychiater
Inforsa

De betrokkenheid van verschillende partijen in het strafproces biedt mogelijkheden voor het vormen van een divers en gelaagd beeld van een verdachte en het verkrijgen van inzicht in diens persoonlijkheid, gedragingen en invloed daarvan op de ten laste gelegde feiten. Het komt daarbij geregeld voor dat deze partijen een andere (professionele) kijk hebben op dezelfde feiten, gebeurtenissen of gedragingen waardoor het soms haast lijkt alsof zij een andere taal spreken. Hierdoor kan onbegrip en frictie ontstaan terwijl een goede samenwerking en wederzijdse verstandhouding van groot belang zijn voor het optimaal verlopen van het strafproces.
Binnen deze openingssessie zal aandacht worden besteed aan welke rol er is weggelegd voor begripsvorming en communicatie om een betere samenwerking mogelijk te maken.

Leerdoelen:
-Inzicht genereren in de verschillende perspectieven en hoe deze communicatie beïnvloeden.
-Bewustwording creëren over het belang van afgestemde communicatie en informatie uitwisseling.

 

 

Met Bayes naar de (categorische) rechter

dr. Frans Alkemade, directeur van Alkemade Forensic Reasoning (AFR) en senior adviseur van ministerie van J&V
Alkemade Forensic Reasoning (AFR) en ministerie van J&V

In deze presentatie worden – kort – een aantal statistische gereedschappen op een rijtje gezet waarmee in het algemeen waarschijnlijkheidsoordelen kunnen worden gepresenteerd en/of de kwaliteit van risico-taxaties kan worden gekwantificeerd. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan concepten als Likelihood Ratio (een maat voor bewijskracht) en ROC-curves (waarmee de onvermijdelijke compromissen tussen vals positief en vals negatief numeriek in kaart kunnen worden gebracht). Daarbij wordt gewerkt vanuit de Bayesiaanse methodiek, die niet alleen in de bewijswaardering van zuiver forensische bevindingen inmiddels de gouden standaard vormt, maar die ook het ideale gereedschap biedt voor het combineren van bewijskrachten in het algemeen. Binnen dit denkkader wordt ook aandacht besteed aan de mogelijkheden die er bestaan om in de formulering van een oordeel (c.q. een advies aan de rechter) bepaalde prior probabilities expliciet een rol te laten spelen. In de workshops wordt op interactieve wijze praktische invulling hieraan gegeven.

Leerdoel:
- Basisbeginselen van het Bayesiaans redeneren, en een meer probabilistische kijk op risicotaxatie.

 

 

Neuropsychologie en disfunctioneel gedrag

dr. Frank Jonker, klinisch neuropsycholoog
Altrecht, afdeling Neuropsychiatrie/ NIFP

drs. Thijs van de Kant, klinisch psycholoog – psychotherapeut en hoofd psychologie Pieter Baan Centrum
Pieter Baan Centrum

Binnen het klinisch en ambulant pro Justitia onderzoek zouden de (gedrags)neurologie en de (klinische) neuropsychologie een meer prominente plek moeten krijgen, nu er toenemende evidentie is dat biologische factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van disfunctioneel gedrag. Dat terwijl er uit onderzoek van het NIFP blijkt dat het aandeel van de neuropsychologie en neurologie in met name de ambulante rapportages nog zeer laag is. Door de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de hersenwetenschappen, maar ook door de vergrijzing van de bevolking zal de vraag om neuro(psycho)logische expertise de komende jaren alleen maar toenemen. Maar welke rol speelt neuropsychologisch onderzoek of een hersenscan nu in het pro Justitia onderzoek? En hoe moet de rapporteur deze informatie wegen en vertalen naar de pro Justitia rapportage en uiteindelijk naar de rechter?

Leerdoelen:
- Inzicht in wanneer neurologisch en neuropsychologisch onderzoek nu geïndiceerd zijn.
- Inzicht in de relatie hersenletsel – cognitieve stoornissen en (forensisch relevante) gedragingen.
- De rapporteur weet hoe de uitkomsten van deze relatie te onderbouwen en te beschrijven volgens vast denkmodel en hoe dit
  geïntegreerd kan worden in de rapportage en dit begrijpelijk te maken voor de opdrachtgevers.

 

 

Psychologisch perspectief versus vergelding

drs. Mascha Beijer-Holtman, GZ-psycholoog i.o. tot Specialist (GioS)
Pieter Baan Centrum en de Waag Nederland (locatie Leiden)

Alleen bij workshop:
drs. Medy Hulshof, GZ-psycholoog / Pro Justitia rapporteur

Vanuit de blik van de jeugdrapporteur kijken naar het maatschappelijk vraagstuk van in ernst toenemende delicten bij jeugdige delinquenten; de mogelijkheden en beperkingen binnen het jeugdstrafrecht in vergelijking met het volwassenstrafrecht.
Met als kernvragen hoe past het psychologisch perspectief in de vraag om vergelding en hoe kan of moet de PJ-rapporteur zich van daaruit verhouden tot de categorische benadering van de magistraat?

leerdoelen:
- Vergroten inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van zowel het jeugdstrafrecht als volwassen strafrecht.
- Vergroten van vaardigheden magistraten te faciliteren bij het redeneren van waarschijnlijk naar categorisch.


 

Rapporteur en rechter: botsende belangen en dilemma’s in de dialoog

prof.dr.mr. Michiel van der Wolf, hoogleraar forensische psychiatrie / hoofddocent strafrecht
Universiteit Leiden / Rijksuniversiteit Groningen

Recent zijn er enkele geruchtmakende zaken geweest waarin de perspectieven van rechters en gedragskundigen leken te botsen of schuren. In de zaak Thijs H. en andere zaken leverde dit lange straffen in combinatie met tbs op, of in de zaak Alblasserdam juist niet een dergelijke combinatie ten faveure van levenslang. In het verleden zijn er wel vaker van dit soort zaken geweest, waaruit ook nog lessen te trekken zijn voor de dialoog tussen de disciplines in het heden; bijvoorbeeld over toerekeningsvatbaarheid, sanctionering, tenuitvoerlegging, weigeraars, procesbekwaamheid, zorgmachtigingen, etcetera.

Leerdoelen:
- Hoe de verhouding tussen rapporteur en rechter zich heeft ontwikkeld.
- Hoe verschillende visies te verklaren zijn vanuit botsende belangen.
- Hoe de dialoog idealiter verloopt.

 

 

Kennis over de relatie tussen de psychotische stoornis en delictgevaar; over de toepasbaarheid van conclusies op groepsniveau in de individuele casus.

prof.dr. Joke Harte, hoogleraar Criminologie
Vrije Universiteit Amsterdam

Zowel in grootschalige empirische wetenschappelijke studies als in het individuele pro Justitia onderzoek wordt getracht de relatie tussen de psychotische stoornis en delictgevaar te beschrijven en te verklaren. In deze presentatie wordt uitgelegd waarom dit type wetenschappelijk onderzoek gecompliceerd is en wat het tot op heden aan kennis heeft opgeleverd. Vervolgens wordt gekeken wat de toegevoegde waarde is van deze kennis voor het pro Justitia onderzoek in een individuele strafzaak.

Leerdoelen:
- Kennis opdoen over wetenschappelijke studies naar geweld en psychotische stoornissen.
- Inzicht in de toepasbaarheid van conclusies uit wetenschappelijke studies in een individuele zaak.